Een belangrijk doel is een studiepot. Studenten ontvangen geen basisbeurs meer en gaan een lening aan bij de overheid.
Een uitwonende student heeft zo’n €1.100 per maand nodig om van rond te komen¹. Vier jaar studeren kost dan al snel €53.800. Stel dat je de helft bijdraagt aan de studiekosten van je kind dan kun je dus denken aan een bedrag van ruim €27.000.
Sinds januari 2018 kun je maximaal 100% van de waarde van een woning financieren met een hypotheek. Dat betekent dat je kind bijkomende kosten zelf moet betalen.
Stel dat een starterswoning €200.000 kost, dan moet je kind uit eigen middelen ruim €12.000 betalen2. Een deel van deze kosten is fiscaal aftrekbaar. Daarnaast geven starters ook geld uit aan de inrichting van hun woning. Gemiddeld zal je kind voor een starterswoning ongeveer €15.500 zelf moeten financieren.
Hoog op het verlanglijstje van kinderen die bijna 18 worden staat een rijbewijs. De kosten van het halen van een rijbewijs hangen samen met het aantal rijlessen dat je kind nodig heeft en hoe vaak hij of zij rijexamen moet doen.
Een gemiddelde leerling heeft 35-45 lessen¹ nodig en deze lessen kosten tussen de €30 – €50 per uur . Als we uitgaan van gemiddelden dan kost een rijbewijs rond €2.000. Auto’s zijn er natuurlijk in alle prijsklassen. Vanaf €3.000 heeft je kind waarschijnlijk een leuke eerste auto.
Naast een studie in Nederland zijn er tegenwoordig ook veel mogelijkheden om in het buitenland te studeren.
Een studie of stage in het buitenland is kostbaar, omdat je als student dan boven je normale uitgaven extra kosten moet maken. De kosten voor een buitenlandse studie binnen Europa kunnen oplopen tot €10.000 voor zes maanden. Een wereldreis van een half jaar is ongeveer even duur.
Weet je waarvoor je aan het beleggen bent? Heb je een specifiek belegdoel voor ogen? Naarmate dit doel dichterbij komt, is het verstandig om steeds minder risico te nemen met het door jou opgebouwde vermogen. Bij een kortere periode heb je namelijk minder tijd om een eventueel verlies goed te maken.
Risico kun je verlagen door bijvoorbeeld minder geld te beleggen en dit geld aan te houden op Roparco, Robeco’s spaarproduct. Check regelmatig je beleggingen en overweeg daarbij of je risico wilt gaan afbouwen. Hoe hoog het risico van een beleggingsfonds is, kun je zien aan de risico-indicator. Hoe hoger de risico-indicator hoe groter het risico.
1. Verenigde Staten
2. Verenigd Koninkrijk
3. Frankrijk
4. Duitsland
5. Australië